VAAGHEID ROND CORANTIJNBRUG

Terwijl er in Suriname in de vaagste vaagheid over de stand van zaken rond de Corantijnbrug wordt gesproken, is de Guyanese regering veel transparanter. Juist in Suriname, waar de bevolking lauwwarm is over de betekenis en de noodzaak van het grootste en duurste infrastructureel project in onze geschiedenis, houdt de regering Santokhi mondjesmaat en alleen in thuiswedstrijden, het volk op de hoogte van wat precies gebeurt aan onze rechteroever. Zo beweert de minister van BIBIS keer op keer, Guyana streng toe te spreken over Tigri, maar ondanks zijn vele bezoeken en zijn vele beweringen, is er tot op de dag van vandaag, anno 2024, niet één geluidsfragment, niet één video-opname en niet één transcript van een toespraak of een Guyanees nieuwsbericht, waarin dergelijke spierballentaal voorkomt. Guyana zou voor Santokhi’s brug betalen, zoals Mexico voor Trump’s muur zou betalen. Daarna werden de magische letters ‘PPP’ rondgeslingerd. Public Private Partnership is het toverstafje van de regeringen Santokhi en Ali, zodra men niet volgens de wijze van begroting en comptabiliteit een bedrag wil noemen dat een project de staat gaat kosten. Want zoals gebleken is in de PanAm-affaire, heeft ‘PPP’ de staat daar ruim USD 8 miljoen gekost en hebben overheidsfunctionarissen capriolen uitgehaald die nog steeds op bureaus van het Openbaar Ministerie tot onderzoek en overleg leiden. Toen werd het verhaal dat China, onze grootste bilaterale schuldeiser, die ondanks de vaagheden die minister BIBIS verkondigt, nog nergens een handtekening onder ge-plaatst heeft, als het om schuldsanering gaat, wel geldschieter wilde spelen in deze kwestie. Nu moeten wij hier in Suriname via de Guyanese pers wat onthullingen vernemen over hoe onze westerburen met de kwestie omgaan. Om te beginnen, blijkt er dus reeds een inschrijving te hebben plaatsgevonden, waaraan meerdere bedrijven hebben meegedaan. Die inschrijving, voor honderden miljoenen US Dollars, waar de Surinaamse belastingbetaler uiteindelijk mede voor zal moeten opdraaien, is nooit bericht aan De Nationale Assemblee en geen onderdeel van geen enkele begroting. Die inschrijving zelf is geleid door de Guyanese National Procurement and Tender Administration Board in Georgetown in 2023. Een proces en een procedure, waar een vreemde mogendheid Suriname vertegenwoordigt, zonder dat onze Nationale Assemblee de overeenkomsten uit 2022 die daar rechtsgrond toe zouden moeten geven, volgens de Grondwet, heeft beoordeeld en over heeft gestemd. In oktober 2023 hebben volgens de Guyana Times, het Nederlands bedrijf Ballast Nedam en het Chinees bedrijf China Road and Bridge Corporation (CRBC) voorstellen voor de bouw ingediend, maar zij zijn niet bereid de voorfinanciering op zich te nemen. Een voorwaarde van de inschrijving zou zijn geweest dat design-build-finance-operate-maintain (DBFOM) het model moest zijn van het project. Private bedrijven zouden dus voorschieten en terugverdienen, wat technisch gezien inderdaad een PPP-karakter heeft. Nu blijken dus twee frappante kwesties aan het licht te komen: geen enkel Surinaams bedrijf was onder de zes inschrijvers toegelaten of bij de laatste twee overblijvers. PPP lijkt niet meer aan de orde, nu de overblijvers willen dat Suriname en Guyana het geld zelf ophoesten. Santokhi zou tijdens CARICOM besprekingen dit jaar aan Guyana Times gezegd hebben informeel op de hoogte te zijn van interesse vanuit de IDB om te financieren. Waarom bespreekt ons staatshoofd en onze regeringsleider een potentiële financiering van meer dan beide Oppenheimer leningen met de Guyanese pers, in plaats van het te presenteren aan het hoogste college van staat, De Nationale Assemblee, waar hij grondwettelijk jaarlijks, de belangrijke financiële aangelegenheden moet voorhouden aan het volk en waar hij, wederom grondwettelijk alle buitenlandse overeenkomsten binnen een maand moet aanleveren voor beoordeling? De NDP maakt veel tamtam over hoe de parlementaire onschendbaarheid uitgehold wordt, door de coalitie en door de leiding van De Nationale Assemblee. En de omgangsvormen hebben een constitutionele plek, dat moet toegekend worden. Maar wat er rondom GranMorgu en rondom de Corantijnbrug plaatsvindt, waarbij zonder mandaat honderden miljoenen en zelfs tientallen miljarden aan verplichtingen naar hartelust aanvaard en verdeeld worden, zonder De Nationale Assemblee en het volk van de exacte en totale voorwaarden te informeren, vertrapt alle beginselen van grondwettigheid en van behoorlijk bestuur. Gezien de nauwe betrokkenheid en het grote belang, moet de vraag toch een keer luidop gesteld worden, in wiens belang dit allemaal opper geheimzinnig plaatsvindt: het volk van Suriname, dat van een SRD in 2020 aan koopkracht, minder dan een kwartje besteedbaar en effectief overgehouden heeft in 2024, of de buren die ons grondgebied bezetten, maar bij wie de top van deze regering zich warmpjes thuis voelt.

Nov 9, 2024 - 15:22
VAAGHEID ROND CORANTIJNBRUG
Terwijl er in Suriname in de vaagste vaagheid over de stand van zaken rond de Corantijnbrug wordt gesproken, is de Guyanese regering veel transparanter. Juist in Suriname, waar de bevolking lauwwarm is over de betekenis en de noodzaak van het grootste en duurste infrastructureel project in onze geschiedenis, houdt de regering Santokhi mondjesmaat en alleen in thuiswedstrijden, het volk op de hoogte van wat precies gebeurt aan onze rechteroever. Zo beweert de minister van BIBIS keer op keer, Guyana streng toe te spreken over Tigri, maar ondanks zijn vele bezoeken en zijn vele beweringen, is er tot op de dag van vandaag, anno 2024, niet één geluidsfragment, niet één video-opname en niet één transcript van een toespraak of een Guyanees nieuwsbericht, waarin dergelijke spierballentaal voorkomt. Guyana zou voor Santokhi’s brug betalen, zoals Mexico voor Trump’s muur zou betalen. Daarna werden de magische letters ‘PPP’ rondgeslingerd. Public Private Partnership is het toverstafje van de regeringen Santokhi en Ali, zodra men niet volgens de wijze van begroting en comptabiliteit een bedrag wil noemen dat een project de staat gaat kosten. Want zoals gebleken is in de PanAm-affaire, heeft ‘PPP’ de staat daar ruim USD 8 miljoen gekost en hebben overheidsfunctionarissen capriolen uitgehaald die nog steeds op bureaus van het Openbaar Ministerie tot onderzoek en overleg leiden. Toen werd het verhaal dat China, onze grootste bilaterale schuldeiser, die ondanks de vaagheden die minister BIBIS verkondigt, nog nergens een handtekening onder ge-plaatst heeft, als het om schuldsanering gaat, wel geldschieter wilde spelen in deze kwestie. Nu moeten wij hier in Suriname via de Guyanese pers wat onthullingen vernemen over hoe onze westerburen met de kwestie omgaan. Om te beginnen, blijkt er dus reeds een inschrijving te hebben plaatsgevonden, waaraan meerdere bedrijven hebben meegedaan. Die inschrijving, voor honderden miljoenen US Dollars, waar de Surinaamse belastingbetaler uiteindelijk mede voor zal moeten opdraaien, is nooit bericht aan De Nationale Assemblee en geen onderdeel van geen enkele begroting. Die inschrijving zelf is geleid door de Guyanese National Procurement and Tender Administration Board in Georgetown in 2023. Een proces en een procedure, waar een vreemde mogendheid Suriname vertegenwoordigt, zonder dat onze Nationale Assemblee de overeenkomsten uit 2022 die daar rechtsgrond toe zouden moeten geven, volgens de Grondwet, heeft beoordeeld en over heeft gestemd. In oktober 2023 hebben volgens de Guyana Times, het Nederlands bedrijf Ballast Nedam en het Chinees bedrijf China Road and Bridge Corporation (CRBC) voorstellen voor de bouw ingediend, maar zij zijn niet bereid de voorfinanciering op zich te nemen. Een voorwaarde van de inschrijving zou zijn geweest dat design-build-finance-operate-maintain (DBFOM) het model moest zijn van het project. Private bedrijven zouden dus voorschieten en terugverdienen, wat technisch gezien inderdaad een PPP-karakter heeft. Nu blijken dus twee frappante kwesties aan het licht te komen: geen enkel Surinaams bedrijf was onder de zes inschrijvers toegelaten of bij de laatste twee overblijvers. PPP lijkt niet meer aan de orde, nu de overblijvers willen dat Suriname en Guyana het geld zelf ophoesten. Santokhi zou tijdens CARICOM besprekingen dit jaar aan Guyana Times gezegd hebben informeel op de hoogte te zijn van interesse vanuit de IDB om te financieren. Waarom bespreekt ons staatshoofd en onze regeringsleider een potentiële financiering van meer dan beide Oppenheimer leningen met de Guyanese pers, in plaats van het te presenteren aan het hoogste college van staat, De Nationale Assemblee, waar hij grondwettelijk jaarlijks, de belangrijke financiële aangelegenheden moet voorhouden aan het volk en waar hij, wederom grondwettelijk alle buitenlandse overeenkomsten binnen een maand moet aanleveren voor beoordeling? De NDP maakt veel tamtam over hoe de parlementaire onschendbaarheid uitgehold wordt, door de coalitie en door de leiding van De Nationale Assemblee. En de omgangsvormen hebben een constitutionele plek, dat moet toegekend worden. Maar wat er rondom GranMorgu en rondom de Corantijnbrug plaatsvindt, waarbij zonder mandaat honderden miljoenen en zelfs tientallen miljarden aan verplichtingen naar hartelust aanvaard en verdeeld worden, zonder De Nationale Assemblee en het volk van de exacte en totale voorwaarden te informeren, vertrapt alle beginselen van grondwettigheid en van behoorlijk bestuur. Gezien de nauwe betrokkenheid en het grote belang, moet de vraag toch een keer luidop gesteld worden, in wiens belang dit allemaal opper geheimzinnig plaatsvindt: het volk van Suriname, dat van een SRD in 2020 aan koopkracht, minder dan een kwartje besteedbaar en effectief overgehouden heeft in 2024, of de buren die ons grondgebied bezetten, maar bij wie de top van deze regering zich warmpjes thuis voelt.